De boedelscheiding van 1862
Hoewel Willem Hadders al in 1802 overleden was en zijn (hertrouwde) vrouw Margien Schaange al in 1831, vond de scheiding van de onroerende bezittingen pas plaats in 1862, ruim 30 jaar na het overlijden van Margien. Door de omvang van de bezittingen en door de gecompliceerdheid van de familie relaties was het ook niet eenvoudig er uit te komen. In de overeenkomst wordt vermeld dat contractanten het oneens waren over de verdeling maar er uiteindelijk toch in onderling overleg in minnelijkheid hebben geregeld.
De erflaters
In de basis wordt de nalatenschap gevormd door de bezittingen van het echtpaar Willem en Marchien. Hierbij komt de inbreng van Willem voort uit de bezittingen van zijn ouders, Jan Harders en Geesken Sikkinge. Jan was de man die uit Anreep naar Zuidbarge verhuisde om met Geesken te trouwen. Hoewel Jan maar kort geleefd heeft in Zuidbarge (4 jaar) en Geesken opnieuw getrouwd is, zijn de bezittingen kennelijk doorgegeven aan de beide zonen, Willem en Hendrik Altinge. Hierbij opgemerkt dat Hendrik Altinge getrouwd is met een zuster van de Margien Schaange en dat ze in Benneveld woonden. De nalatenschap van Jan en Geesken wordt later wellicht nog op teruggekomen.
Na het overlijden van Willem in 1802 is Margien in 1805 opnieuw getrouwd met Hendrik Sikken. Dit echtpaar heeft 1 dochter gekregen. Door dit huwelijk en door de vererving bezittingen van de ouders van Margien (en zus Roelie Olde Schaange) bestond een deel van de totale nalatenschap uit bezittingen in Benneveld, gemeente Westerbork.
In het bovenstaand overzicht zijn de erflaters blauw aangemerkt.
De erfgerechtigden
Er worden 3 “contractanten” genoemd in de overeenkomst:
1. Hendrik Hadders als zoon van Willem
2. Jan Zeger Hadders: als kleinzoon van Willem via de zoon Roelof. Hij is er ook namens zijn inmiddels overleden en ongehuwde zus Grietien.
3. Harmannus Folkerus Gosselaar: als vertegenwoordiger van de kleindochter van Margien Schaange (uit haar huwelijk met Hendrik Sikken)
Opmerkingen:
o Een derde zoon van Willem, Jan, was inmiddels ongehuwd overleden (1852).
o Tussen Marchien Schaange en Hendrik Sikken is bij hun trouwen een afspraak gemaakt over vererving. Een soort huwelijkse voorwaarden dus.
o Willempje Sikkinge (of Sickenge) getrouwd met Hendrik Strating is de zuster van de moeder van Willem, Jan Hadders die ook genoemd wordt als erflater.
o Hendrik Hadders en Jan Zegers Hadders krijgen allebeide evenveel toegewezen, Harmannus F Gosselaar krijgt verschillende percentage toegewezen afhankelijk wie de vorige eigenaar van de onroerende goederen was.
In het bovenstaande overzicht zijn de erfgerechtigden rood aangemerkt.
De nalatenschap
De nalatenschap ligt in twee gebieden:
1.) ten zuiden van Emmen, rondom Zuidbarge en
2.) in de gemeente Westerbork.
Bijna alle percelen in de regio Zuidbarge worden bij naam een kadasternummer genoemd en zijn op de betreffende kadasterkaarten terug te vinden. De gebruikte benaming was tot de ruilverkaveling in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog in gebruik.
Zuidbarge:
In Zuidbarge gaat het vooral om bouwland op de es en hooi- of weidelanden in de “Made”. Ook zij er een aantal stukken veen- en heidegrond.
Samengevat:
5 boerderijen met erf en tuin
46 ha veengrond
90 ha bouwland, hooiland etc. bestaande uit ruim 150 kadastrale nummers.
69 1/3 koeweiden in Markegronden
Interessant zijn de 5 boerderijen in Zuidbarge die in de nalatenschap zitten. Het zijn de volgende huisnummers met tussen haakjes het kadaster nummer van Emmen Sectie D: 129 (884), 130 (886), 132 (892), 149 (871) en 153 (924). Op een later tijdstip zal de kaart met de betreffende huizen en kavels getoond worden.
In Benneveld, gemeente Westerbork
De percelen in Westerbork zijn niet apart van naam en oppervlakte genoemd.
1. Westerbork, percelen in Sectie B: huizen, wei- hooi- en bouwlanden groot 26.61.50 ha
2. Westerbork, percelen in Sectie D, E, N, F: wei- hooi en bouwlanden groot 20.63.30 ha.
3. Westerbork, percelen in Sectie E en helft van: 41/48 waardeel in de marke ven Elp, in Sectie B nummer 88 en volgende, groot 1628.27.96 ha.
4. 11/24 waardeel in de marke van Westerbork in Sectie K, E, D, H, E: bouwland, weiland, heide, brinkgronden en wegen, groot 196.72.70 ha
5. Een boerenplaats te Elp gemeente Westerbork, Sectie B, zijnde huizen, wei- hooi- en bouwland groot 26.61.50 ha.
6. Een boerenplaats te Westerbork Sectie D, E, B, F, zijnde wei, hooi, bouwland en behuizing groot 20.63.30 ha
7. 41/48 waardeel in de Marke van Elp, in Sectie B groot 1628.27.96 ha.
8. 11/24ste waardeel in de Marke van Westerbork, in Sectie K, E, D, H, zijnde bouw- weiland heide brinkgronden en wegen, groot 196.72.24 ha
9. Percelen Sectie E, G, H, D groot 4.46.50 ha
Kavels 5, 6 en 7 staan op deze manier in het contract maar zijn waarschijnlijk dubbel genoteerd en moeten dan verwijderd worden.